Vermogen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldt dat het eigen vermogen tussen woningbezitters en huurders afgelopen jaren flink is gegroeid. Zelfs wanneer je de woning van kopers niet meerekent, heeft deze groep een vermogen dat maar liefst 14 keer zo groot is als dat van mensen in een huurwoning.
De cijfers. Het doorsnee vermogen van huishoudens met een koopwoning bedroeg vorig jaar 36.300 euro, tegen 2.600 euro voor huurders. Kopers hebben bovendien vaker niet-financiële bezittingen, zoals vermogen in een bedrijf of ander onroerend goed. Huurders hebben meestal alleen spaargeld.
Schulden. Huurders hebben twee keer zo vaak een studieschuld. Volgens het CBS is dat ook logisch, omdat jongeren vaker huren. De grote olifant in de kamer is natuurlijk het gegeven dat het veel lastiger is om een hypotheek te krijgen met een studieschuld.
Foto: Unsplash. |